Op 4 december thuis tegen Zeist. Op papier een redelijk gelijkwaardig team: een te kloppen tegenstander dus. Maar 4 december is nog geen Sinterklaas……. Een rondje langs de borden halverwege de avond. Peter had een tactisch ingewikkelde stelling. Johan had ruimtevoordeel en initiatief. Freek had het loperpaar en zijn tegenstander mocht niet meer rokeren. Luuk vrij stukkenspel. Richard wat minder uit de opening. Henk juist goed uit de opening. Vincent kon alle kanten op. En Jan stond OK. Oftewel: niets van te zeggen.

Dan maar het verloop op bordvolgorde. Ik speel de zelf een scherpe partij. Een zwart paard naar h5, wat door wit met zijn loper werd geslagen. Praktische aanvalskansen voor zwart, wat me deed denken aan een partij tussen Spasski en Fischer waar ook Lxh5 en gxh5 op het bord kwam (Boris Spassky vs Robert James Fischer (1972) The Revolution Will Not Be Televised (chessgames.com)). En ach, als Fischer er mee kan winnen…. In onderstaande stelling heeft wit zojuist 17.Lh6 gespeeld, waarop ik 17.…Lg4 speelde. De partij ging verder met 18.hxg4 hxg4 19.Tf5 Dh2+ 20.Kf1 Dh1+ 21.Ke2 Dxh6. Waarna ik een pion meer had, me los wist te wriemelen uit de witte druk en het toreneindspel won. Maar 17…Lg4 is een blunder. Ziet U de winst voor wit?



Op bord 2 Johan: na de opening was de volgende stelling met tegenovergestelde rokades ontstaan. Zwart heeft net 15 h4 gespeeld. Met een kleine combinatie kon ik zijn aanvalskansen op de koningsvleugel elimineren 16 Pg5 fxg5 17 Lxg4. Vervolgens ging ik op de damevleugel ten aanval en was het punt snel binnen.



Op bord 3 speelde Freek tegen hun sterkste speler. Hij kwam veelbelovend uit de opening en kon in onderstaande stelling (waar wit net f3 heeft gespeeld) met …Pe3 binnenkomen. Wit moet zowel het loperpaar als de rokade opgeven. Hij wist het echter niet uit te buiten, liet wit zich loswurmen, en moest het punt aan zijn tegenstander laten.



Op bord 4 Luuk. Met wit in aanvalsmodus. Vrij stukkenspel. Maar zwart had zich ook goed ontwikkeld en was eerder met zijn dreigingen. Met remise leken we hier goed weg te komen.

Op bord 5 Richard met zwart: na wat gepruts uit de opening blijft wit een solide voordeel behouden (penning Pf6, sterke Lg2 met druk op de diagonaal kijkend naar pion d5 en de toren op a8). Ik speelde 2 zetten voor onderstaande positie a5?! waarna mijn tegenstander c3-c4 speelde. Ik miste dat dxc4 niet mogelijk was want mijn toren op a8 staat in. In onderstaande positie speelt wit Txb8 Dxb8 Lxf6 gxf6 Dxf6? waardoor ik Lxc4 had. In plaats van Dxf6? had wit cxd5 met een winnende positie. Na Dxf6? Lxc4 gaf mijn tegenstander eeuwig schaak op g5 en f6. Dus ook hier blij met remise.



Op bord 6 speelde Henk: mijn tegenstander koos voor de Scandinavische opening. Ik speelde deze opening te passief. De dames werden al snel geruild, maar het stellingsnadeel bleef. We kwamen toen terecht in een stelling met elk een toren, een witveldige loper en elk 2 groepjes van 2 pionnen. De tijdnood kondigde zich aan. En net toen ik dacht de remise te kunnen afdwingen begon ik een blunder: een vorkje over het hoofd gezien, weg toren. Vervolgens heb ik toen, enigszins gedesillusioneerd, de partij maar opgegeven.

Op bord 7 Vincent met zwart. Hij won vanuit de opening een pion. Ergens moet het zijn misgegaan, want het scorebord vermeldt een nul.

Tenslotte Jan op bord 8. Jan kwam in een openingsvariant terecht waarin hij niet goed wist hoe te spelen (a3, Jan, en dan b4 en Lb2). Met zijn algemene kennis kwam hij een heel eind, maar moest uiteindelijk het onderspit delven.

Samenvattend: 3 – 5 verloren. De kop deed het goed, het middenrif hield stand, maar de staart liet zich oprollen. Geen Sinterklaas. Tijd voor het Kerstreces.