Het lelijke jonge eendje
Maandagvond 14 december stond de wedstrijd op het programma tussen Houten 1 en
Paul Keres 4. Een tegenstander die we in het verleden vaker getroffen hadden en dat werd ook voor de wedstrijd uitvoerig besproken. Legendarisch is natuurlijk de partij van Henk die door schaak wist te lopen en daardoor zijn partij kon redden.
De belangen van deze wedstrijd waren vooraf bekend. Er moest geworden wonnen! Nog geen enkel punt werd er tot nu toe gescoord in de promotieklasse en dat maakt ons het lelijke eendje in de promotieklasse. Ook aan de kant van PK was het belang groot, na een overwinning op ons, konden ze zich focussen op de hogere plaatsen in de competitie.
Rond 19.45 uur gingen de klokken aan en met de luide kerstmuziek op de achtergrond, begonnen we aan onze oh zo belangrijke wedstrijd. Bijna iedereen was er, alleen Rik, die een dag ervoor nog een herinneringsmail naar iedereen had gestuurd, was te laat en begon pas rond 20 uur met zijn partij.
Nog voordat we eigenlijk goed en wel begonnen waren en ik mijn eerste blik op de borden wierp, stond ik zelf al slecht. Ik vergaloppeerde me al in de opening en moest al snel een stuk inleveren. De partij is nooit een partij geworden en mijn tegenstander liet geen spaan van mij heel.
Ook dat nog, moeten we tegen een achterstand vechten, terwijl de andere partijen nog maar net begonnen waren. Op dit moment had ik eigenlijk nog weinig vertrouwen op een goede afloop, gezien de overige borden. Gerard Rill op bord 1 gaf de b-pion en was het de vraag of de witte toren ingesloten kon blijven zitten. Ondertussen liet Freek zien hoe om te gaan met activiteit. De 6e en 7e rij waren voor hem met gevaarlijke dreigingen van zijn toren en dwong zo zijn tegenstander een fout te maken. De stand was nu weer gelijk en ook de stelling van Rik zag er rooskleurig uit. Hij kwam in een soort van Konings-Indische stelling terecht, waar hij een koningsaanval kon ontwikkelen met het opspelen van zijn pionnen op de koningsvleugel. Hij forceerde de F-lijn te openen en maakte gebruik van de passieve stelling van zijn tegenstander. Een prachtig slot!
Ook Nick speelde een puike partij, waar hij in een voor hem prettige positionele stelling kwam. Nick wist een klein voordeeltje, namelijk een dubbelpion van zijn tegenstander, om te zetten in een gewonnen eindspel en uiteindelijk gewonnen partij!
Met een 3-1 stand leek het nu toch nog goed te komen met onze vereniging. Peter op bord 6 had een iets betere stelling en leek langzaam pionnetjes te gaan eten. Daar stond wel een behoorlijke tijdsachterstand tegenover. Ook Henk wist zich te bevrijden van een lastige stelling en kwam onder de druk vandaan.
Helaas kon Gerard Rill “de gevangen toren” niet inrekenen en de boef ontsnapte via de C-lijn. De stelling die overbleef, bleek verder niet meer te houden voor onze kopman en moest het hoofd buigen.
Ook Henk liet de F-pion van zijn tegenstander te ver oprukken en zorgde voor te grote gaten in zijn koningsstelling. Deze schade bleek uiteindelijk fataal en zo was de stand in de wedstrijd weer gelijk.
Op dit moment waren er nog twee partijen bezig. Gerard Vernooy had vroeg in de partij een stuk geofferd tegen een koningsaanval. Deze sloeg alleen niet helemaal door en zijn tegenstander kreeg de mogelijkheid om zware stukken te ruilen. Gerard is echter uiterst sterk in het eindspel en er ontstond een toreneindspel met pionnen tegen een paard. Het leek moeilijk voor beide kampen om een winstweg te vinden en Gerard wikkelde af naar remise.
De stand was precies gelijk en alleen Peter was nog bezig. Hij stond een pion voor en er begon een chaos op het bord te ontstaan. In tijdnood verspeelde Peter echt een vol stuk wat de kansen in een klap keerden. Einduitslag: 3,5 – 4,5 verloren.
De stand begint ons nu wel zorgen te baren en het wordt nu echt tijd dat we wedstrijden gaan winnen! Zelf ga ik in straftraining. Hopelijk kunnen we in 2016 een betere score neerzetten, zodat wij als lelijke eendje, net als in het sprookje, worden omgetoverd tot een mooie zwaan.
VV
Picking up the pieces
As champions for the previous two seasons we're more used to savouring our successes than reflecting on our defeats. Losing, either as individuals or a team isn't fun, and we don't want to make it a habit. I think there are certainly some positives we can take from our first match back in the promotieklasse. The final scoreline was close, and with a few small improvements in our approach, I'm sure we can bounce back. First, a brief impression of the games.
Judging by the clock, Gerard on board 1 ran into some difficulty relatively early on. At the point I first focused on the game, his opponent was a pawn up, but Gerard's position looked reasonable, and he'd just played Qc1 to support his bishop in targeting the h6 square, perhaps with a view to harassing black's fianchettoed bishop on g7. When I returned to the board, black had managed to trade a rook for two minor pieces, and appeared to have a significant advantage. I didn't see how the game ended, but the result was a rare defeat for our number 1 player.
Rik on board 2 encountered an opponent in an attacking mood, and after allowing white to exchange his dark-squared bishop for the f6-knight soon found himself under pressure on the kingside. Castling short, with a half open g-file, looked like an optimistic attempt to hold the position together. Rik used what few opportunities were available to him to generate some activity, but white seemed to have a strong edge and the eventual outcome was another win for our opponents.
Freek on board 3 was the first to finish. Earlier, when I first saw the position, I thought we were in trouble on this board also. Three minor pieces had been traded, and Freek's opponent was two pawns up, albeit with a broken pawn structure. A lot seemed to depend on whether Freek's advanced but isolated d-pawn would prove to be an asset or a liability. Within a few moves it was clearly the former and after Freek placed his rook on a7 black's pawn weaknesses were exposed. Despite spending perhaps 45 minutes over his reply, black was unable to come up with an adequate defense and soon the first result of the evening went in our favour.
Gerard played solidly as black and came out of the opening looking confident, and perhaps with a slight edge. When I returned to the game much later in the evening, something had clearly gone wrong, as Gerard was now a pawn down and under pressure in a rook and minor piece endgame. I'm not sure whether white's advantage was winning, but in the time scramble Gerard lost a piece (and the game) to a knight fork.
On board 5, my opponent played a variation of the Dutch defense and soon had an initiative both on the board and the clock. To press home his advantage black really needed to open up the center with e5, but instead allowed me time to manoeuvre my minor pieces into a more coordinated formation. Under increasing pressure on the clock, my opponent misplayed his kingside advance, blundered material, and conceded.
Sitting next to me on board 6, Peter quickly found himself in an unfamiliar but not particularly critical position, and perhaps invested too much time trying to formulate a plan. As the game evolved, neither side appeared to have a decisive advantage and Peter was able to reel in a large portion of the time deficit. In the end, time trouble was apparently the deciding factor as our opponents scored another point.
Jan on board 7 came out of the opening with good control of the centre and a promising position. Returning to the game towards the end of the match, Jan was on the losing side of a rook, knight and pawns versus rook and pawns endgame. How the piece was lost, I don't know.
Our final point was earned by Vincent on board 8 whose opponent lost on time having expected an increment after his 40th move. When I looked at the game earlier in the evening, Vincent had an active position, and was putting his opponent under pressure on the queenside.
So, what can we do to increase our chances of winning in the matches to come? I think psychology plays an important role here. For example, one of the things that struck me was the preference that some of us hold for playing black. At our level, having the first move doesn't provide a significant advantage, but it's interesting to explore what the reasons might be for actively favouring black. If the issue is repertoire (e.g., wanting to play 1... c5), you can aim for a similar position with white (e.g., 1. c4 or even 1. c3!). And if you prefer to play a defensive game or to counter attack, both those approaches are available to white too. A preference for the black pieces therefore seems somewhat illogical, and perhaps reflects an underlying lack of confidence.
A more tangible issue, but one that's easy to address, is time (mis)management. Obviously, finding a good move requires calculation, but it's important to ensure that we have enough time in hand to successfully navigate the rest of the game.
Sometimes we find ourselves in a critical position where an investment of time is warranted, either in the expectation of finding a winning move, or the hope of avoiding a losing one. But at other times, and especially in the opening, it's difficult to justify spending more than 15 minutes on a move when good candidates are not difficult to find. The time saved by playing a "good enough" (and strategically sound) move, and the increased pressure your opponent will feel through having to think on his own time, will likely more than compensate for failing to play like Fritz.
As a final point, although the result in team chess is purely the sum of the individual encounters, we can all play a collective role in putting our opponents under pressure. When scanning other boards, if the opposition see that several teammates have serious time deficits or weak positions, they'll feel less confident and more intimidated than when the reverse is true.
Winning the championship in our first season was never a likely a result, but it's still in our own hands, and on a good day, and with the right approach we can outplay any team at this level.
Nick
OPEN KAMPIOENSCHAP HOUTEN 9e editie 2015- 2016 |
|
Voor het 9e jaar organiseert de schaakvereniging Houten het OPEN KAMPIOENSCHAP HOUTEN!

Alle huis- en clubschakers uit Houten en omgeving zijn van harte uitgenodigd om mee te strijden om hoofdprijzen en eer.
Er wordt gespeeld in 3 groepen:
De A-groep: Deze groep is voor de experts en spelers met een hoge rating
De B-groep: Deze groep is bedoeld voor de gevorderden spelers met een gemiddelde rating
De C-groep: Deze groep is vooral bedoeld voor de beginnende schaker met geen of een lage rating.
Waar en wanneer
De wedstrijden worden in principe gespeeld op iedere laatste maandag van de maand, aanvang 20.00 uur in café de Engel.
De speeldata zijn:
2015: 28 september (start), 26 oktober, 30 november,
2016: 25 januari, 29 februari, 4 april, zaterdag 21 mei
Reglementen
- Indeling gebeurt naar sterkte, zo veel mogelijk rekening houdend met je voorkeur
- Speeltempo is:
A-groep 40 zetten in 105 minuten + 10 sec per zet per partij
B en C-groep 40 zetten in 90 minuten + 15 minuten voor de rest van de partij
- De gebruikelijke FIDE regels zijn van toepassing. De wedstrijdleiding beslist.
Meedoen?
Opgeven (bij voorkeur per mail; met vermelding van naam, adres, telefoon, mobiele nummmer en evt. rating en/of vermelding van voorkeur groepsindeling*) kan t/m 12 september 2015 bij:
B.Dubbeldam - Wedstrijdleider OKH
This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
of 0612460105
Kosten deelname: 15 EURO, op de eerste speelavond contant te voldoen bij de penningmeester. |
|
*Aan deze voorkeur kunnen geen rechten worden ontleend
Overmoed
Een mooi definitie van overmoed vind ik: "grote durf omdat je je heel sterk voelt". Het is een staat van zijn die je als schaaksimultaan gever koste wat kost moet zien te vermijden. Vorige week maandag lukte me dat niet. Natuurlijk is het spannend om met vijftien clubschakers gelijktijdig de strijd aan te binden, maar het is vooral eervol en egostrelend om losjes langs de borden te paraderen waar iedereen zich rot te peinzen en zelf de ene na de andere krachtzet te produceren. Heerlijk dat gevoel van macht! Wie wordt dan niet overmoedig?
Om te beginnen permitteerde ik me om zowel 1.e4, als 1.d4, als 1.c4 te spelen en maar liefst vier keer het koningsgambiet op het bord te brengen. In zo'n opening valt er wel eens per ongeluk een stuk af, hetgeen in mijn partij tegen Jorit Delen leidde tot een snelle nul voor mij. Dat had een alarm bij me moeten doen afgaan, maar eerlijk gezegd leidde dat alleen maar tot nog meer overmoed: ik moest gewoon meer partijen winnen! Rond tien uur waren bijna alle partijen nog in volle gang. De tegenstand was bijzonder taai en ik voelde dat ik wat vermoeid raakte. Mijn partij tegen Nick die er veelbelovend uitzag, moest ik na een fout kiepen tot remise. Tegen Johan Onnink was er na 30 zetten nog geen stuk geslagen. Dieuwe Bosch speelde mijn koningsgambiet zeer goed tegen en ik mocht blij zijn nog een ongeveer gelijke stelling te hebben. Vincent speelde mijn eigen aanbeveling in de Pirc en bleef me maar bezig houden met kleine maar heel vervelende zetjes. Er moest iets gebeuren, maar wat?
Tegen Freek had ik een mooie stelling opgebouwd, maar als ik Pf6-d7 toelaat is veld e5 voor eeuwig in handen van zwart.

ik vond hier na enig denken iets sterks. Na 20.Le5! de5 21. d6! ed6 22. Dd6 Pe8 23.Dc7 Pc7 24.Ta5 stond ik schitterend. Als ik het nu gewoon na 24....Pe6 25.Pb6 Tb8 simpel had gehouden door met 26.Pc8 Tfc8 27.b3 de pion op a6 op te gaan eten, zou ik prima winstkansen hebben gehad. Om het sneller uit te maken speelde ik echter 26.Pcd5? Freek zou Freek niet zijn als hij net op tijd allerlei tegenkansjes creëerde met: 26...Pf4! Na 27.Lc4 Pd5 28.Pd5 Tb2 29.Tc5 Lb7 30.Pe7 Kh7 31.Ld5 Ld5 32.Pd5 a5 had ik te weinig voordeel om de partij te winnen.
Tegen onze nieuwe topspeler Peter van Wijk werd mijn (over)moed beloond. In een scherpe draak ontstond na 16 zetten deze stelling. Peter had zojuist mijn 16.g4 beantwoord met 16...b5 omdat hij 16....hg4 17.h5 niet aandurfde.

Ik vond hier het sterke 17.e5! waarna Peter zich genoodzaakt zag een stuk te offeren omdat 17...de5 18.g5 de loper op d7 kost. Na 17...Pg4 18.fg4 Lg4 19.Tde1 Le5 20.Ld4 had hij echter te weinig spel voor het stuk. Er volgde nog 20....Tfc8 21.Le5 de5 22.Pd5! Td8 23.Pe7 Kf8 24.Dg5 Le6 25.Thf1 Tf4 26.Tf4 en zwart gaf het vanwege 26...ef4 27.Pc6 op.
Dat voedde mijn overmoed weer een beetje en tegen Geard Vernooij had ik na een zeer ingewikkelde Grünfeld een kansrijk eindspel op het bord gebracht.

Ik heb zojuist 26.Tc6 gespeeld en liep iets lichter mijn rondje langs de borden. Bij terugkeer produceerde Gerard hier het ontnuchterende 26...Tc8! Dat viel tegen. Slaan op b6 verliest maar liefst 2 stukken na Tc8-c1+. Ik vond dat ik na 27.Pf6 Lf6 28.Tc8 Pc8 29.gf6 Pb6 niet beter stond met mijn slechte loper en miste de simpele verbetering van hetzelfde idee die een winststelling zou hebben opgeleverd: 27.d5! ed5 28.Pf6 Lf6 29.Tc8 Pc8 30.gf6 Kf7 31.Lc5 met volledige dominantie over het arme paard op c8. Ik speelde echter: 27.Tc8? Pc8 28.Pc5 Lf8?! (28...Kf7 is beter) 29.Pe6 Pb6 30.Pc7? (30.Kf1! zal waarschijnlijk wel winnen) a4 31.d5 b3 32.ab3 ab3 33.Ld4?? en terwijl ik weg liep van het bord bedacht ik "shit, 33...Lc5 wint voor zwart". Ik vergat hierbij dat je als simultaanspeler een zet mag terugnemen zo lang je je rondje niet hebt voltooid! Als ik me dat had gerealiseerd had ik met 33.Pb5 (ipv 33.Ld4) de balans kunnen houden: 33...Pd5 (33...Lb4 34.Ld4) 34.Ld4 en dan snel met de koning naar de b-pion. Bij terugkomst speelde Gerard inderdaad 33...Lc5! en gaf ik direct op.
Tenslotte mijn partij tegen Rik. In een soort wederzijdse zetdwangstelling besloot ik maar een pion te offeren om wat ruimte te creeeren, maar Rik behield de superieure stelling totdat ik met 29.Ta5 zijn pion op e5 aanviel. Als Rik hier gewoon één van de twee pionnen (b2 of d3) had gepakt, zou hij veel beter staan. Hij heeft echter zojuist het rampzalige 29...f6?? gespeeld.

De goede simultaan speler neemt even de tijd en rekent nu twee varianten goed uit:
1. 30.Ld5 Pd5 31.Td5 Tb8 32.c7 en 33.Td8 met winst
2. 30.Td5 Tb8 31.Td7 Tc8 32.Te7 met winstkansen.
De overmoedige simultaanspeler ziet variant 1 tot de zet 31.Td5 waarna hij het flashy 30.Td5? ontdekt en direct speelt. De winstkansen van variant 2 waren veel dunner dan ik dacht en toen er niemand meer om ons heen speelde besloten we tot remise.
In de hierop volgende half slapeloze nacht achtervolgden bovenstaande partijstellingen me. Het is niet gezond zo'n simultaan, maar het is ook een lesje in nederigheid. Dank daarvoor.
Alle uitslagen op een rijtje:
Winst was er voor: Gerard Vernooij en Jorit Delen
Remise speelden: Nick Hill, Freek Busstra, Rik Vos en Vincent Verstege
En verloren werd door: Kees Maas, Jan van Delden, Joop Jentink, Peter van Wijk, Reimer Weitz, Boas Rill, Dieuwe Bosch, Piet van Dam, Johan Onnink, Co Veenbrink
Einduitslag: 12-4 voor simultaangever Gerard.
Gerard Rill
Il conto, per favore!
2014-2015
Naam speler (+ rating) |
Interne score |
Open KH |
Externe score |
Totaal percentage |
Gerard Rill (2145) |
18 1/2 uit 20 |
6 uit 7 |
7 1/2 uit 9 |
88% |
Henk Struikmans (1904) |
7 uit 10 |
3 uit 6 |
5 uit 6 |
68% |
Gerard Vernooij (1910) |
11 uit 19 |
6 uit 7 |
6 1/2 uit 9 |
67% |
Nick Hill (1836) |
15 1/2 uit 24 |
3 1/2 uit 7 |
6 1/2 uit 9 |
64% |
Vincent Verstege (1793) |
11 uit 16 |
3 1/2 uit 7 |
3 uit 6 |
60% |
Jan de Jonge (1729) |
10 1/2 uit 15 |
3 uit 7 |
2 1/2 uit 5 |
59% |
Rik Vos (1980) |
10 uit 24 |
4 1/2 uit 7 |
8 uit 9 |
56% |
Freek Busstra (1869) |
12 uit 23 |
3 1/2 uit 7 |
5 uit 9 |
53% |
Joop Jentink (1711) |
8 1/2 uit 17 |
1 uit 7 |
3 1/2 uit 8 |
41% |
Ondanks de Italiaanse zomertemperaturen wordt er al een tijdje met angst en beven uitgekeken naar de eindafrekening: hoe staan we ervoor als de kille cijfers op het scorebord verschijnen? Wie moet vrezen voor zijn plek? Wie zijn de talenten die doorbreken? Opvallend is dat de onderlinge strijd in de interne en het open kampioenschap behoorlijk is toegenomen. Er zijn er maar heel weinig die een behoorlijke score neerzetten in de interne. Dan is er eigenlijk maar één conclusie: het gemiddelde niveau is behoorlijk gestegen. Laten we eens kijken naar de individuele spelers.
Joop had een slecht seizoen voor iemand van zijn statuur. Was ik bij de vorige eindafrekening te hard voor hem? Als ik mijn analyse herlees blijft de strekking overeind: Joop speelt teveel "halve" zetten, zetten die op zich niet slecht zijn maar scherpte missen. Hij ziet veel mogelijkheden voor de tegenstander, maar vergeet die van zichzelf. Mijn advies blijft dan ook om meer scherpe stellingen (openingen) aan te gaan en zelf het initiatief te nemen. Zoals Fischer al zei: I like to crush a man’s ego!
Verrassend genoeg scoorde ook Rik een stuk minder dan vorig seizoen: een magere 56% vs de 70% van vorig jaar. Dat kwam vooral door zijn scores in de interne en het OKH. Extern was Rik in grote vorm en samen met zijn toernooiprestaties leidde dat tot een sprong van 80 punten tot een ELO rating van 1980. Hij is daarmee de tweede speler van de SV Houten. Mijn gevoel is dat hij intern minder scherp en gemotiveerd is dan extern. Ook heeft hij de neiging de opening wat uit de losse pols te spelen met alle risico's van dien. Het advies is daarom simpel: zorg voor een simpel maar goed doortimmerd openingsrepertoire en speel tegen het bord! (i.p.v. de wellicht minder inspirerende tegenstander)
Clubkampioen van 2014 Freek had ook een minder seizoen. Freek is een levensgevaarlijk tacticus, maar ook tactici moeten op het juiste moment tijd steken in de stelling. Er is geen speler in ons team waarbij de pendule binnen de partij zo vaak beweegt van beslissend voordeel tot beslissend nadeel en weer terug. In mijn partijen met Freek zie ik hem vaak à tempo zetten in stellingen die in elk geval van mij veel meer tijd vergen. Het lukt Freek nog niet altijd om de partij te “lezen” en op het juiste moment tijd te investeren. In toernooien en externe partijen is Freeks concentratie vaak beter, vandaar dat ook zijn rating met maar liefst 52 punten is gestegen tot 1869. Dat is nog lang niet zijn top, en ik twijfel er ook niet aan dat hij net als Rik de 2000 barrière binnen enkele jaren gaat slechten. Daarnaast misschien nog wat tijd steken in de opening om voortijdige rampen te voorkomen?
Gerard V.is een vaste kracht in het eerste. Hij behoort altijd, dus ook dit jaar, tot de topscoorders van het team. Zijn kwetsbare plek blijft de opening: niet zelden moet hij in het middenspel een mislukte opening compenseren. Daar komt hij nog best goed mee weg, zeker als hij er in slaagt het eindspel te bereiken. Kun je nagaan wat er zou gebeuren als zijn openingsspel wat stabieler wordt!
Ook Nick is een vaste waarde, die de frivoliteit weer wat heeft laten varen en vooral zijn eigen vertrouwde solide spel speelt. Hij bleef stabiel rond de 65% en zal dat niveau zeker handhaven, tenzij ….. hij een stukje van zijn irrationele voorzichtigheid kan overwinnen. Dan kan hij sterker worden en ook eens zijn tegenstanders zijn wil opleggen.
Ik zou hetgeen ik vorig jaar schreef over Henk hier kunnen herhalen. Hij vormt een vaste waarde wiens speelstijl ik persoonlijk zeer waardeer. Na jaren van gestage ELO daling vanuit de 2000+ regionen, tot onder de 1900, is hij nu weer een tijdje in de lift en staat hij weer lekker boven de 1900. Als hij wil is alles mogelijk. Een hoger bord lijkt me komend seizoen dan ook een passende uitdaging.
Jan heeft het zoals altijd weer keurig gedaan als supersub voor het eerste. Toch heb ik nog steeds het gevoel dat Jan sterker kan worden. Als ik iets zou moeten aanwijzen als verbeterkans is het “geloof in eigen kunnen”. Jan wil nog wel eens halverwege een masterplan op zeer sombere gedachten komen, waardoor een veelbelovende stelling verandert in droefenis. Hoe krijg je “geloof in eigen kunnen? Da’s nog niet zo simpel. Misschien een afspraak maken met jezelf dat je alleen verandert van plan als er een duidelijke weerlegging is?
Voorzitter Vincent deed het dit jaar (60%) ook minder dan vorig jaar (72%). Dat komt vooral omdat zijn externe score vorig jaar uitzonderlijk was (5 uit 5). Opvallend is dat nu hij een vaste baan heeft, hij sneller rokeert! We moeten maar eens een psycholoog onderzoek laten doen naar het verband tussen een baan en de rokade. Zeker is dat Vincent meer geconcentreerd achter het bord zit. Hij bestendigt zo de positieve lijn die hij vorig jaar heeft ingezet.
Gerard R.was de meest stabiele van allen: exact hetzelfde scoringspercentage als het seizoen ervoor. De rating blijft ook al jaren stabiel rond de 2150. Is er progressie mogelijk? Voorlopig ben ik tevreden met het handhaven van mijn niveau, want zoals ik al eerder heb gezegd: de jeugd komt eraan!
In het seizoen 2013-2014 scoorden de eerste 9 spelers van onze club gemiddeld 66%, het afgelopen seizoen was dat een kleine 62%. Dat is toch vreemd te noemen, in een seizoen waarin je kampioen wordt in de 1-e klasse SGA en een paar jeugdspelers sterk in rating ziet stijgen. Is het misschien de gebruikelijke lichte terugval voor de grote sprong?
De echte vraag blijft hoe we het als promovendus gaan doen in de promotieklasse. Qua rating ontlopen de teams elkaar niet zoveel. Wellicht komt er een sterk team terug uit de KNSB, maar in de praktijk raken die na degradatie altijd wat sterke spelers kwijt. Wat vooral opvalt in de promotieklasse is dat de (letterlijk) grote clubs het goed doen. Zowel Paul Keres, Amersfoort als Moira Domtoren hebben 2 teams in deze klasse spelen. Kenmerkend voor deze teams is dat er binnen het team weinig ratingverval is. Binnen het eerste team van Houten is er een verval tussen het 1-e en 8-e bord van 434 ELO punten (ok, is wat geflatteerd, maar toch). Bij bovengenoemde teams van de grote clubs is dat maximaal 150 punten. Dat betekent dat zij naar alle waarschijnlijkheid stabieler zullen zijn dan wij. Met andere woorden: stabiliteit in de volle breedte van het team is cruciaal om ver te komen in de promotieklasse. Mijn analyse hierboven laat zien dat we een aantal stabiele spelers hebben, die een heel seizoen garant staan voor hun resultaat, maar er zijn ook flink wat spelers die die stabiliteit nog niet hebben bereikt. Mijn inschatting is dat we gelet op het voorgaande het niet makkelijk gaan krijgen in de promotieklasse. Ik begrijp dat we versterking krijgen in de vorm van Peter van Wijk, een speler met KNSB ervaring. Het team zou er dan zo uit kunnen zien: Gerard R, Rik, Peter, Gerard V., Freek, Henk, Nick, Vincent met supersubs Joop en Jan. Gemiddeld zijn we dan sterk genoeg, als we het dan ook nog een seizoen lang volhouden dan….. eh, handhaven we ons!
Gerard Rill
PS: omdat een schaakartikel zonder diagrammen wel erg saai is hier een paar hoogtepunten uit mijn externe partijen voor het eerste team met als motto: hoe moeilijk is dat eerste bord nu eigenlijk?
Na een zeer saaie en slechte openingspartij tegen De Giessen en Linge 2 (ontsnapt met remise) kwam er een lekker partijtje tegen de heer Weenink van SSC 1922 2. Na een vroege ruil van Lc8 x (P)h3 kwam de volgende stelling op het bord waarbij wit het moeilijk heeft om zijn coördinatie op orde te krijgen. Zijn laatste zet d4-d5 heb ik zojuist met b5-b4 beantwoord.

Wit speelde hier het onzalige 12…d5xc6?. Er volgde: 12…b4xc3 13.c6xd7+ Pf6xd7 en wit kon niet terugslaan met 14.b2xc3 want dan is Db6-b2 vernietigend. Daarom: 14.Dd2-e2 c3xb3 15.Ta1-b1 Db6-a5+ 16.Ke1-f1 Da5xa2 17.De2-d1 Ta8-b8 18.Ld3-e2 Pd7-c5 en wat gaf het maar op.
Tegen de heer Veenhoff van Rivierenland kreeg ik weer een Koningsindiër op het bord, maar nu begreep ik de Samisch variant wat beter. Hoe slaat de witte aanval door?

Ik kon het nu fijn uitmaken door: 27.Dh2-h7+ Kg8-f7 28.Th1-h6! (deze had mijn tegenstander overzien) Pa4xc3 29.Dh7xg6+ Kf7-g8 30.Dg6-h7+ Kg8-f7 31.Th6-f6+ Kf7-e7 32.Dh7xg7+ Tf8-f7 33.Tf6xf7+ De8xf7 34.Dg7xf7+ Ke7xf7 35.Ld2xc3 en zwart gaf het op.
Een maand later – nu tegen de heer Blok van Utrecht 3 - weer een Sämisch gespeeld tegen het koningsindisch. Zwart heeft in de opening een kwaliteit geofferd om aan de druk te ontkomen en heeft zojuist a6-a5 gespeeld om de a-lijn te openen. Wat is de beste zet voor wit?

Na het sterke 26.c5-c6! wordt de zwart stelling gespleten en zijn er alleen nog maar zwaktes: 26….a5xb4 27.De3-c5! Ta8-d8 28.Dc5xb4 d5-d4 29.Db4xb5 Df7xa2 30.Te1-e7 d4-d3 31.Te7-d7! (maakt aan alle tegenspel een eind) Td8-e8 32.Db5xd3 Da2-a4 33.Dd3-d5+ Kg8-h8 34.Dd5-f7 Te8-g8 35.Td7-d8 Lg7-f8 36.Df7-f6+ en opgegeven want zwart loopt mat.
Nadat ik tegen Paul Keres 5 te lang op winst had gespeeld en verloor maar het team won, kwam de beslissende wedstrijd tegen het eerste team van de Rode Loper. Ik speelde tegen de uitstekend voorbereide Timo Können die mijn koningsgambiet vakkundig weerlegde, waarbij ik blij mocht zijn er slechts met pionverlies (en een rotstelling) vanaf te komen. Toch voelde ik dat de kansen keerden. “Waarom geeft ie nou niet gewoon op”, hoorde ik hem denken, dat geeft de burger moed. In onderstaande stelling heb ik net Dd1-g4 gespeeld en er ontstaan wat vage dreigingen over de witte velden, de pion op f4. Nog niet echt iets aan de hand, maar toch….. Zwart speelde hier 26….Tc7-c2.

Ik antwoordde snel: 27.Ld2-c3! en begon een ontspannen wandelingetje. Ja, de toren hangt op c8 en die op c2 is in de problemen. Zwart had geen trek in de verwikkelingen na 27….Tf8 28.Dd1 Tf2 29.Kg1 Db6 30.La5 Dc5 31.Lb4 (hoewel zwart goed blijft staan na 31…Tg2+ 32.Kg2 Db4) en speelde 27….Df7-c6?? 28.Lc3xe5 en gaf verbrijzeld op.
Tot slot een miniatuurtje tegen de degradanten van Amersfoort 4. Mijn tegenstander Lamme heeft zojuist 10.Kg1-h1? gespeeld om f2-f4 mogelijk te maken. Er is een klein bezwaar.

10….Pf6-g4 11.Dd1-f3 Dd8-h4 12.h2-h3 Pg4xf2+ 13.Kh1-h2 Lc8-e6 14.Lc1-e3?? Pf2xd3en wit zag het niet meer zitten.
Goed te doen dat eerste bord in de 1-e klasse SGA. Eens kijken hoe dat in de promotieklasse loopt!
Voetballen!
Natuurlijk is voetbal een veel leukere sport dan schaken. Je kunt verschrikkelijk uit je dak gaan, iemand de huid volschelden en toch als vrienden van het veld gaan. Je kunt hard lachen als iemand mis kleunt en daar compleet met hatelijke opmerking ("Lekkere bal!") dan ook nog eens doen alsof je een wereldgoal hebt gescoord. Heerlijk ook om totaal bezweet maar compleet ontspannen van het veld te stappen en de fijnste douche van de week te nemen. De laatste ronde van het OKH mondde uit in een voetbalwedstrijd tussen jong en oud. Het jongerenteam bestond uit grofweg Dieuwe, Jasper, Reimer, Boas en later ook Vincent. Het ouderenteam bestond uit Freek, Rik, David, ondergetekende met later Gerard Vernooij. Okee, zonder bijzonder jonge ouderen Freek en Rik hadden we het niet gered, maar vooral toen David zijn vizier iets lager had ingesteld, veegden de ouderen de jonkies van het veld. Zo! Lekker voor je! Eat that! Volgende keer revanche, mannen?

Lekker ballen!
Oh ja, er werd ook nog geschaakt.
In groep C kreeg Boas gratis een punt toegeworpen omdat tegenstander Jeroen Bensman afgezegd bleek te hebben. Toch jammer. Boas schaakte toen een verdienstelijk potje met A-groep speler Gerrit Wolters en verloor eervol. Hij moest toen wachten op de uitkomst van de partij tussen Jac van Dam en Jan van der Werf die zou bepalen of hij alleen de derde plaats (met prachtbeker!) zou bemachtigen. In de vorige ronde verrichtte Jac een wonder door een slechte stand te winnen, nu slaagde hij er in om vanuit een gewonnen positie te verliezen. Wederom kon ik door mijn eigen spannende partij niet zien wat er gebeurde, maar Jan was blij met het punt en won dankzij een half weerstandspunt meer t.o.v. Boas de bokaal voor de 3-e prijs. Respect Jan! Aan de top bleef alles het zelfde: Jan van Delden had vooruitgespeeld en gewonnen van Co Veenbrink en Rob vd Steenhoven had hetzelfde gedaan tegen Peter Peters, hierdoor werd Rob kampioen en eindigde Jan op de tweede plaats in de C-groep. Het moet gezegd dat ze er met kop en schouders bovenuit staken en beide topposities volledig verdiend waren.
In de B-groep was Reimer al één ronde voor het eind kampioen. Hij onderstreepte zijn voortuitgang nog eens met een gestroomlijnde overwinning op Piet van Dam. De doorbraak e4-e5! was er één uit het boekje en ik ben erg benieuwd hoe Reimer het volgende jaar gaat doen in de A-groep. De tweede plek werd ingenomen door Willem Lakeman die blij zal zijn geweest zich gehandhaafd te hebben tussen de aanstormende jeugd. Ook Dieuwe liet de laatste ronde weer eens zien dat hij met de week beter wordt. Kees Maas heeft geen kans gekregen en toen hij Dieuwe wel een kansje gaf maakt deze het genadeloos af.
in de A-groep werd in de slotronde nog volop gestreden. Philip en Joop belandden (ongewild?) in een ingewikkelde Grünfeld indiër. Het leek allemaal erg symmetrisch en onschuldig, maar Philip slaagde er als eerste in zijn stukken actief te laten samenwerken. Joop lukte het niet het tij te keren en Philip behaalde een prima overwinning. Rick leek tegen Nick met voordeel uit de opening te komen, maar toen hij stukwinst liet liggen, hield Nick de partij keurig remise. Aan de eerste twee borden was veel spektakel te zien. Gerard Vernooij strafte frivool openingspel van Freek hard af. Met een goed getimed e4-e5-e6! werd Freeks koningstelling uiteen gereten. Het tegenspel van Freek op de damevleugel kwam te laat en Gerard won fraai. Ik moest toen winnen van Jan de Jonge om eerste te worden. Jan speelde een systeem tegen me dat ik hem enige tijd geleden had aangeraden, de rat! Hij speelde dat ook nog eens onaangenaam sterk en ik moest alle zeilen bij zetten om in de partij te blijven. Na eerst een pionoffer en daarna een stukoffer creeerde ik de benodigde chaos op het bord. Jan mistte twee keer de beste voortzetting en toen was het plotseling uit. Was ik weer kampioen geworden! Toch is het niet meer de vraag of, maar hoe snel de jeugd mijn hegemonie zal doorbreken de komende jaren. Moet ik me toch weer gaan toeleggen op voetbal.

Een aantal bekerwinnaars...
Gerard Rill
Het pennenbakje
Een kwartier na aanvang van de voor ons beslissende wedstrijd om het kampioenschap begonnen de spelers van Amersfoort 4 binnen te druppelen. Ze zagen er uit als geslagen honden: gebogen hoofden, smoezelige regenjackjes, ongepoetste schoenen. Ze zouden hier liever niet zijn. Niemand kwam hier om lekker vrijuit een potje te spelen, nee, er was alleen een gifbeker die leeggedronken moest worden. Zuchtend bewogen ze zich richting schaakbord. Waar moet ik zitten? De witte koning moet toch op een wit veld? Hebben jullie een pennenbakje? “EEN PENNENBAKJE??” bulderde Piet, die er toen al schoon genoeg van had, “NEE, WE HEBBEN GEEN PENNENBAKJE!!! DAAR DOEN WE HIER NIET AAN! WIJ NEMEN ZELF ONZE PEN MEE!!!” Het laatste sprankje moed zonk de Amersfoorters in de schoenen. “Geen pennenbakje, ook dat nog.” Ik meende een gesmoorde snik te horen.
Ik was als eerste klaar. De partij duurde ruim 3 en een halve minuut, maar dat kwam vooral omdat ik uit beleefdheid extra lang nadacht. Na 9 zetten theorie kwam de eerste blunder, 4 zetten later de tweede. Overlopend van zelfhaat gaf mijn tegenstander direct op. Zijn koffie was nog warm, zijn koekje lag er nog. Ik durfde niets te zeggen.
Spannend werd het dus niet. Gerard won vanuit de opening een pion, daarna een stuk en zette toen zijn tegenstander maar snel mat. Riks tegenstander liet een enorme positionele fout vergezeld gaan van een remise aanbod want hij moest de volgende dag solliciteren. Rik liet hem lekker vroeg naar huis laten gaan, maar wel met een nul natuurlijk. Henks tegenstander maakte een tijdje schijnbewegingen op de koningsvleugel, maar toen Henk daar genoeg van had maakte hij de partij met een paar harde klappen op de damevleugel uit. Vincent speelde een puike partij. Goede opening, pionwinst, stellingswinst en mat. Joop deed ongeveer hetzelfde, maar zijn tegenstander gaf met een pion en stuk minder ‘tijdig’ op. Nick liet zijn tegenstander bijna winnen, maar die durfde Nicks remise aanbod niet af te slaan. Freek heeft een klein hartje, dat bleek maar weer. Hij gaf zo maar een toren weg, maar deed alsof zijn tegenstander (die van het pennenbakje) een ingewikkelde combinatie briljant weerlegde. Schitterend gebaar van zo’n jonge knul, toch?
We zijn kampioen! Het bier vloeide rijkelijk tot Joop hoorde dat zijn zoon met een armbreuk in het ziekenhuis lag. Dat drukte de feeststemming wat. Laten we volgend jaar maar nog een keer kampioen worden, dan vieren we het echt, ok?
Gerard Rill
Promotieklasse is ours to claim!
Wednesday evening's match against De Rode Loper, our closest rival, was one of the most important matches in the team's recent history. After achieving a creditable 4th place in the Promotieklaasse in 2007-2008, the loss of several key players between 2010 and 2011 (Lenze, Seth, Philip and Henk) resulted in a painful and relatively swift descent into the klasse 2. This evening was our chance to take the next step in our rehabilitation, and remove the last major hurdle on our journey back to the upper echelons of the SGS competition.
The match began promptly, with Rill, Hill and the rest of the Houten team sandwiched somewhat claustrophobically between our opponents. After settling into the match, most of us took the opportunity to stretch our legs and view the games "live" from the bar, where the positions were being projected onto a screen. As befitting for such a crucial match, the play progressed methodically, everyone aware that a mistake could be very costly, both individually, and for the team's chances.
On board 1, Gerard Rill elected to play the King's Gambit. Both players seemed well prepared and the game followed an established line of the Nimzowitsch Countergambit. The first critical shift in equilibrium came on move 15 when Gerard's Qe1 allowed black to win the d4 pawn. However, with the major pieces and a bishop still on the board, the game was far from decided.
While in the previous game I would have been "out of book" after white's second move, Gerard Vernooij playing on board 2 defended against 1.e4 with the much more familiar 1...c6. In the resulting exchange variation of the Caro-Kann defence, black played an early Qb6 but then passed on the opportunity to capture the b2 pawn in favour of developing his light-squared bishop outside the pawn chain. A very positional game ensued with white slowly building up pressure on the queen side. The first significant mistake again went in favour of our opponents, with Gerard's 29th move allowing white to win a knight and achieve an active position for the cost of two pawns.
Freek on 3 played the Taimanov Attack against the Benoni, retreating his bishop with 10.Bc4 rather than the more common Bd3 or Be2. A few moves later, black was unable to resist the temptation to win a pawn, even if it meant trading his important dark squared bishop for a knight. After a few small inaccuracies from both players, the game moved into a finely balanced phase in which Freek sought to exploit the weakened dark squares around his opponent's exposed king.
Top scorer Rik as black played a closed Catalan against former Houten team member Seth van der Vegt. Seth opted to push his a-pawn aggressively up the board, sacrificing his c-pawn in the process in order to apply pressure along the h1-a8 diagonal. Rik proceeded to consolidate his position and won a second pawn after Seth's over-ambitious advance of his d-pawn. With white unable to make further progress, Rik set about coordinating his pieces to support his own pawn advance.
My game on board 5 transposed into a Dutch defence and I was relatively content to reach a playable middlegame in which the only obvious plan for me seemed to be to expand on the queenside. However, while the plan was clear, the method of execution was less so, and I ended up taking far longer than necessary only to find the wrong move, throwing away my early advantage and allowing my opponent's light-squared bishop to enter the game. With my opponent primed to mobilise his pieces against my king, and no obvious weaknesses in his position, an unexpected blunder allowed me to capture his e4 pawn. It was now a question of consolidating my kingside, but thirty minutes down on time, the pressure was still acute.
On the neighbouring board, Vincent played a Pirc defence and after white's uncommon 5.h3 was presented with the interesting tactic of 5...Nxe4, a possibility that became even more attractive two moves later. After some indecisive middlegame play by his opponent in which he retreated first his knight and then both bishops onto the d-file, Vincent's premature b5 push gifted his opponent the a-pawn. Within a few more moves Vincent's position was becoming increasingly precarious as his opponent cleverly engineered a pair of connected passed pawns on the c- and d-files.
Henk, whose return last season coincided with the team's reversal of fortune, played the anti-Marshall 8.a4 line of the Ruy Lopez. After opening up the a-file and trading a pair of rooks, the game progressed with the exchange of three further pawns and a knight for a bishop. With the position finely balanced until black's weak 21...Nh4, Henk overlooked or underestimated the strength of 23.Bxf7 but nonetheless had a promising position with which to fight for the win.
Team captain Joop played the Nimzo-Indian defence with a seemingly premature 6...Ne4. However, the knight remained unchallenged and by the time all the pieces were developed black could be satisfied with a solid, if somewhat cramped position. Passing up on the opportunity to create some counterplay with an a5 push, Joop instead elected to sit and wait, giving his opponent time to line up his major pieces on the a-file and eventually capture the a-pawn. With the queenside under control, and Joop's pieces unable to get into the game, his opponent switched attack to the opposite flank and won a second pawn with the clever 38.Bxf5. With two protected passed pawns for his opponent, Joop's chances of holding out in the end game looked remote.
With 13 minutes remaining on my clock and my opponent deep in thought with about 40, I made my final visit to the bar area to prepare myself for the approaching time scramble and assess our prospects on the other boards. All the games were still in progress and while Henk had a promising bishop and pawn endgame and seemed unlikely to lose, the positions on the other boards were still too unresolved to call a clear verdict.
Within 10 minutes of returning to my board, and unbeknown to me at the time, Henk's game ended in a draw, his opponent rescuing a half point with a nice bishop sacrifice. A few minutes later, Gerard Rill scored our first win after his opponent inexplicably blundered a bishop and was left with a lost position. Next, possibly due to time pressure, Freek's opponent miscalculated and gave away a knight in the mistaken belief that 30...Qf2+ was winning. Freek kept his cool and realizing that his opponent was unable to capture his queen, played Kh1 and won the game shortly after.
The remaining games ended within minutes of each other, Rik converting his two-pawn advantage into a convincing win, Vincent forced to resign after walking into a pin in time trouble (albeit in a losing position), and Joop, struggling hard to defend against his opponent's advancing pawns, eventually forced to resign under an imminent threat of checkmate. In my game, with a minute on the clock, my attention had switched to survival rather than victory, and to the disbelief of my onlooking teammates I was too quick to accept a draw in a clearly winning rook-and-pawn end game. Fortunately, although a piece for a pawn down, Gerard Vernooij was able to create some uncertainty in his opponent by advancing his a-pawn, and after the unnecessary 52.Ng6+ managed to win the piece back and secure the vital last half point we needed for memorable victory.
Finally, after 4 seasons in the chess "wilderness", the chance to play in the Promotieklasse is ours to claim. Let's make sure we finish the job!
Nick
|